Achtergrond:
Het bacterieel gastro-intestinaal panel omvat volgende pathogenen:
Campylobacter sp.,
Clostridium difficile,
E. coli O157,
Salmonella sp.,
Shigella sp./enterohemorrhagishe
E. coli, shiga toxines 1-2 en
Yersinia sp.
Campylobacter species is wereldwijd de belangrijkste verwekker van gastro-enteritis. De meest frequent voorkomende species zijn
C. jejuni en
C. coli. Infecties verlopen doorgaans mild met abdominale pijn en waterige diarree, echter een ernstig verloop is mogelijk bij jonge kinderen, ouderen en immuungecompromitteerde patiënten. In zeldzame gevallen kunnen complicaties optreden zoals het Guillain-Barré syndroom (aandoening van het zenuwstelsel) en gewrichtsproblemen. De belangrijkste oorzaken van een
Campylobacter-infectie zijn een onvolledige garing en verkeerde bewaring van voedsel, maar ook een gebrekkige hygiëne.
Toxine producerende
Clostridioides difficile (voormalige
Clostridium difficile) is de belangrijkste oorzaak van ernstige, nosocomiale diarree.
C. difficile kan enkel pathogeen zijn als de toxines A en/of B worden geproduceerd. Patiënten kunnen asymptomatisch drager zijn, wat vooral voorkomt bij kinderen. Anderzijds kunnen de klachten variëren van een milde diarree tot pseudomembraneuze colitis. De voornaamste risicofactor is antibioticum gebruik.
Salmonella species omvat
Salmonella enterica en
Salmonella bongori. Er zijn meer dan 2500 serotypes van
Salmonella enterica, waarbij een onderscheid gemaakt kan worden tussen non-typhoïdale
Salmonella en typhoïdale
Salmonella. Non-typhoïdale
Salmonella species veroorzaken diarree, misselijkheid, hoofdpijn en buikpijn. Buiktyfus wordt veroorzaakt door
Salmonella typhi met als voornaamste symptomen koorts, malaise, anorexia, hoofdpijn en braken. Overdracht vindt voornamelijk plaats via consumptie van voedsel afkomstig van besmette dieren dat rauw of te kort gegaard wordt gegeten.
Shigella species is de verwekker van shigellosis en omvat 4 species:
S. dysenteriae, S. flexneri, S. boydii en
S. sonnei. Shigellose is geassocieerd met waterige of bloederige diarree met koorts, malaise en abdominale pijn. Het inoculum voor ontstaan van ziekte is vrij laag (10-100 virale partikels) en overdracht vindt feco-oraal plaats. Dit pathogeen is opgenomen in het feces multiplex bacterieel PCR panel. Via PCR kan geen onderscheid gemaakt worden tussen
Shigella species en enteroinvasieve
E. coli, dit onderscheid wordt gemaakt via kweek (met aggulatinatietest).
Shiga toxine producerende
E. coli omvat serotype O157, het meest pathogene serotype. STEC veroorzaakt gastro-enteritis die snel kan ontwikkelen naar hemorragische colitis en hemolytisch uremisch syndroom. Antibiotica zijn gecontra-indiceerd, daarom wordt geen antibiogram ingezet.
Yersinia enterocolitica is een verwekker van acute gastro-enteritis, voornamelijk bij jonge kinderen. De belangrijkste oorzaken van yersiniose zijn het eten van rauw of onvoldoende gegaard voedsel en een gebrekkige hygiëne. Klachten omvatten koorts, abdominale pijn en diarree.
Bronnen: Uptodate, Allplex GI-EB screening, Sciensano