AST, Aspartaat aminotransferase
Leeftijd | Mannen | Vrouwen |
---|---|---|
< 1 j | <90 U/L | <90 U/L |
1 j-7 j | <49 U/L | <49 U/L |
7 j-13 j | <40 U/L | <40 U/L |
13 j-19 j | <44 U/L | <28 U/L |
> 19 j | <34 U/L | <34 U/L |
AST behoort net als ALT tot de aminotransferasen en zal ook stijgen bij leveraandoeningen. AST bestaat uit 2 aparte iso-enzymen: het c-AST, dat gelokaliseerd is in het cytoplasma en het m-AST dat zich in de mitochondriën bevindt. Vooral bij ernstige celdestructie (necrose) zal de serumconcentratie van AST sterk toenemen omdat dan ook de mitochondriale isovormen van dit enzyme worden vrijgezet. AST is minder leverspecifiek dan ALT omdat AST in vergelijkbare concentraties voorkomt in andere weefsels zoals het myocard, de skeletspieren, de nieren, de pancreas en de rode bloedcellen. Een geïsoleerde AST-stijging zal aldus ook voorkomen bij myocardinfarct, acute pancreatitis, bepaalde spieraandoeningen of in een hemolytisch staal. De halfwaardetijd van AST is ongeveer 12 uur.