Leeftijd | Mannen | Vrouwen |
---|---|---|
< 30 d | 28-38 g/dL RBC | 28-38 g/dL RBC |
30 d-3 md | 29-37 g/dL RBC | 29-37 g/dL RBC |
3 md-2 j | 30-36 g/dL RBC | 30-36 g/dL RBC |
> 2 j | 31-37 g/dL RBC | 31-37 g/dL RBC |
De gemiddelde corpusculaire hemoglobineconcentratie (MCHC) vertegenwoordigt de gemiddelde hemoglobineconcentratie per erytrocyt. De MCHC wordt berekend door de hemoglobineconcentratie te delen door de hematocrietwaarde. Een verhoogde MCHC wordt waargenomen bij (hereditaire) sferocytose, sikkelcelanemie en hemoglobine C-ziekte. Een sterk verhoogde MCHC kan echter ook optreden bij patiënten met (koude) agglutininen in het bloed, bijvoorbeeld bij hematologische aandoeningen, na infectie (Mycoplasma pneumoniae, Epstein-Barr-virus), bij auto-immuunziekten of idiopathisch2.
Bij verdenking op koude agglutininen kan analyse van het monster bij 37°C de agglutinatie opheffen, wat resulteert in een correctie van de MCHC en de erytrocytentelling.