Referentiewaarden (zie ook labogids AML)
Volwassen vrouwen:
20-24 jaar: 1,52 - 9,95 ng/mL (10,9 - 71,0 pmol/L)
25-29 jaar: 1,20 - 9,05 ng/mL (8,6 - 64,6 pmol/L)
30-34 jaar: 0,71 - 7,59 ng/mL (5,1 - 54,2 pmol/L)
35-39 jaar: 0,41 - 6,96 ng/mL (2,9 - 49,7 pmol/L)
40-44 jaar: 0,06 - 4,44 ng/mL (0,4 - 31,7 pmol/L)
45-50 jaar: 0,01 - 1,79 ng/mL (0,1 - 12,8 pmol/L)
Bij vrouwen >50 jaar worden over het algemeen ondetecteerbare AMH concentraties (< 0,03 µg/l (< 0,2 pmol/L)) gezien.
Volwassen mannen (18-50 jaar): 1,43 - 11,60 ng/mL (10,2 - 82,9 pmol/L)
Indicatie:
De bepaling van AMH heeft als voornaamste doel om een inschatting te maken van de ovariële reserve, om o.a. op deze wijze een idee te bekomen over de slaagkansen van een in vitro fertilisatieprocedure (lage concentraties ~ lage ovariële reserve) of de diagnose van een vroegtijdige menopauze te bevestigen.