Beta-CrossLaps; Beta-Ctx; C-telopeptide; CTX; Carboxy-terminal collagen crosslinks; CrossLaps
Leeftijd | Mannen | Vrouwen |
---|---|---|
< 30 j | Voor mannen <30 jaar geen basale referentiewaarden beschikbaar. Een daling van 27% tov baseline CTx waarden, bepaald 3 tot 6 maanden na instellen van therapie kan als significant beschouwd worden. ng/L | |
30 j-50 j | Een daling van 27% tov baseline CTx waarden, bepaald 3 tot 6 maanden na instellen van therapie kan als significant beschouwd worden. ng/L | |
50 j-70 j | Een daling van 27% tov baseline CTx waarden, bepaald 3 tot 6 maanden na instellen van therapie kan als significant beschouwd worden. ng/L | |
> 70 j | Pre-menopause: <=573 post-menopause: <=1008 Een daling van 27% tov baseline CTx waarden, bepaald 3 tot 6 maanden na instellen van therapie kan als significant beschouwd worden. ng/L |
Indicatie:
- Monitoring van antiresorptieve therapieën (bijv. bisfosfonaten en hormone replacement therapy) bij postmenopauzale vrouwen die behandeld worden voor osteoporose en personen bij wie osteopenie werd
vastgesteld.
- Deze parameter kan gebruikt worden bij de diagnose van aandoeningen die gepaard gaan met een verhoogde botomzet
Klinische informatie:
-Menselijk bot wordt voortdurend gemodelleerd door een proces van botvorming en botresorptie. Ongeveer 90% van de organische matrix van het bot bestaat uit collageen van het type I. Tijdens botresorptie scheiden osteoclasten een mengsel van zure en neutrale proteasen af die de collageenfibrillen afbreken in moleculaire fragmenten, waaronder C-terminale telopeptide (CTx). Naarmate het bot ouder wordt, verandert de alfavorm van asparaginezuur in CTx in de bètavorm. Beta-CTx komt vrij in de bloedbaan tijdens botresorptie en dient als een specifieke merker voor de afbraak van rijp type I-collageen. Verhoogde serumconcentraties van bèta-CTx zijn gemeld bij patiënten met verhoogde botresorptie.